Het lijkt mij de snelst ontwikkelende
woonstijl te zijn. In Nederland kun je er de laatste vijf jaar echt niet meer
omheen. Industriëel wonen – we stappen massaal over of we integreren
industriële accessoires in onze bestaande woonstijl. Voor die paar mensen bij
wie geen belletje rinkelt als we het over industriëel wonen hebben volgt hier een
omschrijving.
Industriëel wonen?
Grote, open ruimten die ooit dienst deden als fabrieken, school of (overheids)instituten
en functionele producten die daar ooit werden gebruikt. Ruwe materialen als
baksteen, beton, staal, ijzer, emaille of metaal en grof hout en jute. Bouwconstructies
zijn bij voorkeur goed zichtbaar, de trap is een kunstobject. Het nagenoeg
ontbreken van kleuren; naast zwart, wit en alle tinten grijs zie je wat
legergroen en cognac. Hier en daar aangevuld met vuile tinten oude verf. Originele
elementen bepalen de authentieke sfeer. De meubelen beperken zich tot het
hoognodige en zijn vooral groot van formaat en functioneel. Kasten, een bank,
eettafel met stoelen zijn stuk voor stuk eyecatchers. Tot op een bepaalde
hoogte kunnen nieuwe replica’s als meubel, kunst of decoratie dienen.
Het schuren van stijlen
Wie net als ik in een doorsnee huis woont
zal zijn droom van een industrieel ingerichte loft moeten laten varen. Toch is
het ook dan goed mogelijk een industriële sfeer neer te zetten. Zelf houd ik
het meest van industriëel als de stijl wordt gecombineerd met een andere,
contrasterende, woonstijl. Hoe meer die twee stijlen tegen elkaar aanschuren,
hoe mooier ik het vindt. De harde, mannelijke kenmerken van het industriële
gaan bijvoorbeeld heel goed samen met de eclectische woonstijl. Ook het
kleurrijke gypsywonen komt goed tot zijn recht in een industriële setting. Nog
meer contrast krijg je als je het mannelijke van industriëel aanvult met witte
of neutrale, Scandinavische, elementen of met vrouwelijke pastels en ronde
vormen uit de brocanteriestijl. Wat denk je? Zou jij je eigen stijltje willen
overgieten met een industriëel sausje? Durf je het zelf niet aan en kun je wel
wat tips gebruiken? Laat het mij even weten. Misschien is het een idee voor een
volgende blog.
Stelling nemen
Bij ons thuis is de basisstijl Landelijke Brocante.
Soms experimenteer ik een beetje met andere woonstijlen. De ideale manier om
dit te doen is om mijn open stellingkast opnieuw in te richten. Oorspronkelijk
kochten we deze Ikea kast als bureau met opruimpotentie voor onze dochter die
toen een jaar of vier was. Door de jaren heen zwierf hij door het hele huis en
kreeg hij een nieuwe inhoud en daarmee een nieuwe uitstraling. Nu staat hij,
gevuld met accessoires met een industriële inslag, in de woonkamer. Elke keer
als mijn blik er – figuurlijk gesproken - op valt, tover ik een glimlach op
mijn gezicht. Wat mij betreft is dit experiment dus wel geslaagd. Ik ben
benieuwd hoe zich dit verder gaat ontwikkelen. Ik laat mijzelf graag verrassen
door wat er op mijn pad komt.
Terug naar school
Soms vallen de woonschatten je namelijk zo
maar in de schoot. Zo had ik laatst het geluk een nieuw adresje te vinden voor authentieke,
industriële producten. Een goede vriend van mij woont sinds een paar jaar
antikraak. Net als een aantal creatieve zelfstandigen huurt hij een klaslokaal
in een oude school in Rotterdam. De sfeer op school is uitstekend en mijn
vriend heeft het er dan ook prima naar zijn zin. Een poosje antikraak wonen of
werken is volgens mij zo gek nog niet.
Een van de bewoners verwelkomde mij onlangs
met open armen in zijn bedrijf. Jeroen startte drie jaar geleden met De Kleine
Industrials. Hij handelt in oude, industriële materialen en producten en
verkoopt snuisterijen en curiosa. In zijn toonzaal annex winkel annex opslagruimte
raakte ik niet uitgekeken. Geld maakt niet gelukkig maar van bijzondere,
betaalbare spullen met een verleden word ik echt heel blij. Meestal houd ik me wel
in en besluit ik niets voor mijzelf aan te schaffen want mijn huis is vol. Maar
ik kan in zo’n omgeving niet rondlopen zonder de mooiste vondsten even aan te
raken of op te pakken. Geluk zit blijkbaar toch in De Kleine dingen.
Op dat moment zat het in die bijzondere dingen die ik
zag. In de honderden industriële lampen uit Polen, in het doorleefde meubilair,
de oude tuinhekken en het bijzondere servies en het speelgoed. Als oud-inwoner
van Polen weet Jeroen als geen ander de weg in het industriële Oosten van
Europa. Hij rijdt iedere maand op en neer voor ‘nieuwe’ oude industriële
spullen dus in principe zou ik elke maand een geluksmomentje kunnen inplannen.
Misschien is dat wat overdreven maar ik ga De Kleine zeker in de gaten houden.
Wie weet hoeveel mooie vondsten ik daar nog ga doen.
Je kunt De Kleine Industrials vinden op de Teldersweg 80
in Schiebroek, Rotterdam.
Contact: dekleineindustrials.com, info@dekleineindustrials, telefoon 06 45 877 377, facebook
Contact: dekleineindustrials.com, info@dekleineindustrials, telefoon 06 45 877 377, facebook